Hyperconcentratie van armoede in wijken: “De woningmarkt is zo een sorteermachine”

De afgelopen 10 jaar kwamen in Heerlen Noord 32.000 mensen wonen van buiten Heerlen. Er vertrokken (bijna) net zoveel mensen op een bevolking van 56.000 mensen. Hoe komt dit? En wat doet dit met de veiligheid, gezondheid, zorg en uitkeringen? Josse de Voogd, coauteur van de Atlas van Afgehaakt Nederland, en Dennis Martens, onderzoeker van het Nationaal Programma Heerlen Noord, gaan in op deze vragen tijdens een lunchlezing van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.

Beeld: ©Leon Spoelstra

Hoe kan het dat de onderwijsachterstanden in Heerlen Noord zo onverklaarbaar hardnekkig zijn? Het fascineert Dennis Martens, naar eigen zeggen “datanerd” van het Nationaal Programma Heerlen Noord, mateloos. Na data-analyse stuit hij op een belangrijke oorzaak. “Een kwart van de kleuters is geen peuter in Heerlen Noord.” Ofwel: deze kleuters woonden in hun peuterjaren elders.

Het Nationaal Programma Heerlen Noord, 1 van de 20 gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, zet bij zijn sociale inhaalrace fors in op een kansrijke start van de kinderen in de wijk. Het is onderdeel van een brede aanpak om de generatielange problemen op het gebied van onderwijs, veiligheid, wonen en gezondheid te doorbreken.

Woningmarkt als sorteermachine

De woningmarkt is zo een sorteermachine, constateert Ron Meyer, programmadirecteur van het Nationaal Programma Heerlen Noord. Hij neemt het de mensen die verhuizen naar Heerlen Noord voor een betaalbare woning geenszins kwalijk: “Ik zou precies hetzelfde doen in hun situatie.” Punt is: zodra mensen weer opkrabbelen of een gezin willen stichten, verlaten ze Heerlen Noord vaak weer. Want in Heerlen Noord zijn weinig woningen in het middensegment te vinden. Met de nieuwe bewoners begint het vaak weer van voor af aan. “Zo blijven problemen in dezelfde wijken terechtkomen.”

Aanzuigende werking

Terwijl Heerlen Noord 50 jaar geleden een trotse wijk van mijnwerkers was, heeft het nu een aanzuigende werking op kwetsbare mensen. Ook van buiten Heerlen. “Sommigen komen zelfs van 200 kilometer verderop, omdat er nog goedkope woningen in Heerlen Noord te vinden zijn”, vertelt Dennis Martens. “In Heerlen heeft een derde van de mensen een bijstandsuitkering vanaf het moment dat ze in Heerlen komen wonen. Daarvan komt 30 procent van buiten Limburg.” In Heerlen Noord groeit 25 procent van de kinderen op in een gezin met een bijstands- en/of arbeidsongeschiktheidsuitkering. In sommige delen van wijken gaat het om meer dan de helft van de kinderen. “Dan kun je moeilijk spreken van een kansrijke start”, aldus Martens.

Beeld: ©Leon Spoelstra
Ron Meyer aan het woord

Uit de recent verschenen Leefbaarometer van het ministerie van BZK blijkt ook dat de leefbaarheid in Nederland is verbeterd, maar niet overal. In gebieden als Heerlen Noord en Roosendaal Ring blijft de leefbaarheid gelijk of verslechtert zelfs.

Mengen zonder verdringen

Als belangrijke oorzaak wijzen Martens en Meyer naar deze “hyperconcentratie van armoede”. Het staat een effectieve aanpak in de weg. Heerlen Noord kan die zaken niet alleen oplossen. “Daarvoor is ook regionaal en landelijk beleid nodig”, stelt Martens. Vandaar ook de recente oproep van het Heerlen Noord aan andere gemeenten om meer sociale huurwoningen te bouwen. Wat dat betreft is Meyer blij met de Wet versterking regie Volkshuisvesting die gemeenten wil gaan verplichten om 30 procent sociale huurwoningen te programmeren.

Ook kijkt Heerlen Noord naar bestuurlijke instrumenten als de “Rotterdam-wet” (de Wet bestuurlijke maatregelen grootstedelijke problematiek, red.) voor meer invloed op de instroom van mensen in wijken. Ook het beleid van woningcorporaties in de regio wordt onder de loep genomen. Meyer: “Woningcorporaties kunnen tot 15 procent van de woningen die ze toewijzen afwijken van de zogenaamde inkomenstoets. Dat halen de woningcorporaties waarschijnlijk bij lange na niet. Landelijk gebeurt dit namelijk bij krap 5 procent van de toewijzingen.”

Ons uitgangspunt is mengen zonder te verdringen

Zorgt dit niet voor verdringing van kwetsbare mensen? “Ons uitgangspunt is mengen zonder te verdringen”, vertelt Meyer. “We hoeven geen rijkere inwoners aan te trekken, er is al sprake van een doorstroom van 8 procent per jaar. Het beleid in Heerlen Noord richt zich op het vasthouden van jongeren en sociale stijgers. Niet door grootschalige woningbouw voor het middensegment, we zullen het ‘chirurgisch’ moeten doen. We willen woningen toevoegen om sociale stijgers en jongeren die geen geschikte woningen kunnen vinden te behouden in Heerlen Noord, niet om de ene groep te wijzigen voor de andere groep.”

Groot onbehagen

Josse de Voogd zet de hyperconcentratie van armoede in wijken in een breder perspectief. Want Heerlen Noord staat hierin zeker niet alleen, hoewel de problematiek hier wel groteske vormen heeft aangenomen. In meer wijken in Nederland is het onbehagen groot, concludeert De Voogd, coauteur van de Atlas van Afgehaakt Nederland. “Velen van hen zijn door levensgebeurtenissen aan de grond geraakt. Ze moeten door zoveel hoepels springen om bijvoorbeeld uitkeringen en toeslagen aan te vragen. Wantrouwen of laaggeletterdheid zorgen ervoor dat ze vaak helemaal geen voorzieningen bij de overheid aanvragen en soms  in het zwarte circuit verdwijnen.”

Josse de Voogd

Groeiende ongelijkheid 

Wat hem zorgen baart zijn de groeiende verhuisstromen die de ongelijkheid in ons land versterken. "Vaak komen kwetsbare inwoners terecht in de wijken aan de randen van een stad, zoals je ook ziet in Heerlen. Of ze verhuizen naar een kleinere gemeente met meer betaalbare woningen. Zoals Hansweert, een armer dorpje in Zeeland, waar mensen vanuit Rotterdam naar toe trokken. In de historische stadkernen worden mensen die daar van generatie op generatie woonden juist verdrongen door kapitaalkrachtigere bewoners.”

In steden als Lelystad is juist het omgekeerde het geval. “Werd een stad als Lelystad ooit gebouwd met betaalbare huizen voor de middenklasse: hier komen steeds meer kwetsbaren te wonen. Mensen die te maken hebben met slechte woningen, een slechte gezondheid, financiële stress, eenzaamheid en onzekerheid over werk.” Qua typologie gaat het relatief vaak om vooroorlogse wijken in een arbeidersbuurt en bloemkoolwijken gebouwd in de jaren 80.

Stemgedrag

Politiek gezien ziet de Voogd een progressief rechtse beleidsuitruil waar veel kiezers zich van afkeren. Verrassend veel mensen in kwetsbare wijken aan de randen van de stad en het land stemmen PVV of DENK als uiting van hun onbehagen. Of ze stemmen niet. De Voogd: “Resultaat is maatschappelijk onbehagen dat ruimtelijk gesorteerd is.”  

Toch moeten we ook niet te veel in karikaturen denken, waarschuwt De Voogd. “Zo zie ik in mijn eigen welvarende gemeente midden in het land dat sociale huur vaak naar kwetsbare voorrangsgroepen gaat en de koopwoningen naar rijkere mensen uit de stad. In de statistieken kan zo’n gemeente dan goed scoren, maar ook hier is er sprake van lokale concentraties van armoede in wijken en van verdringing van mensen, met veel individueel leed. Die zie je niet direct terug in de statistieken, maar speelt wel door het hele land.”

De Voogd pleit bovenal voor impactvol beleid gericht op meer toekomstperspectief voor bewoners in kwetsbare wijken. Hij ziet nog te vaak losse interventies waarvan de effectiviteit discutabel is: “Zo werd enige tijd geleden in Nijmegen een bromverbod ingevoerd om lawaai en overlast tegen te gaan. Terwijl mensen in kwetsbare wijken aan de randen van de stad voor hun onregelmatige werk vaak afhankelijk zijn van hun scooter.” De Voogd gelooft vooral in meer bestaanszekerheid: “Financiële stress is de grootste factor van invloed op de gezonde levensverwachting van een persoon. Geef mensen vooral meer financiële zekerheid. Van daaruit kunnen ze bouwen aan hun toekomst.”

Financiële stress is de grootste factor van invloed op de gezonde levensverwachting van een persoon