Wijkrechtspraak: het effect van de persoonlijke aanpak
Wijkrechtspraak is bezig met een opmars. In 2019 opende in Eindhoven Woensel de eerste ‘wijkrechtbank’. In Rotterdam begon ‘Wijkrechtspraak op Zuid’ in 2020 voor de bewoners van Bloemhof en Hillesluis. Vanaf januari 2022 zijn verschillende andere wijken van Rotterdam-Zuid aan het rijtje toegevoegd. Ook in Amsterdam Zuidoost, Tilburg Noordwest en Den Haag Zuidwest ging wijkrechtspraak van start.
Wijkrechtspraak is onderdeel van het programma Preventie met gezag van de ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming. Het programma loopt in 27 gemeenten en is verbonden aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
Vorig jaar werd ‘Wijkrechtspraak op Zuid’ geëvalueerd. Volgens bureau Significant Public zijn verdachten vaker aanwezig bij de zittingen, wordt er in de aanpak door partners beter samengewerkt en biedt de advocatuur een duidelijke meerwaarde bij het zoeken naar oplossingen voor buurtbewoners die in zicht komen. Ook de snelheid van het doen van uitspraken wordt gewaardeerd. Bij wijkrechtspraak worden er verder vaker voorwaardelijke opgelegd, waardoor er meer mogelijkheden zijn voor hulpverlening. We volgen een zitting van de wijkrechtspraak in het Rotterdamse Huis van de Wijk.
Huis van de Wijk
Op basis van het strafdossier ziet het er niet goed uit voor mijnheer W.: hij wordt verdacht van vijf delicten. Van inbraak en diefstal van onder andere kranen en koperen leidingen in een leegstaand huis. Van de vernieling van de bewakingscamera’s. Van drie diefstallen bij een pompstation. Dat terwijl er nog voorwaardelijke straffen openstaan. In de meeste gevallen zou door de rechter waarschijnlijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd als hij schuldig wordt bevonden.
Maar dit is een bijzonder soort zitting. Dat merk je al aan de locatie. Die is niet in het gerechtsgebouw, maar op de bovenste verdieping van het Huis van de Wijk in het Rotterdamse stadsdeel Hillesluis. Wat verder opvalt is dat de tijd wordt genomen voor de behandeling. W. – een man van middelbare leeftijd – krijgt de gelegenheid om zijn kant van het verhaal te vertellen. Daarnaast komt de reclassering aan het woord. De sfeer is ook net iets gemoedelijker dan bij een gewone zitting. Misschien helpt het daarbij dat de rechter en griffier niet op een verhoogd podium zitten. Na afloop volgt meteen een in heldere taal geformuleerde uitspraak.
Het is een zitting van de wijkrechtbank voor de inwoners van vijf wijken in Rotterdam-Zuid. Bij deze rechtbank wordt gekozen voor een persoonsgerichte aanpak, legde Antoinette Opstelten enkele weken eerder al uit. Zij is als projectleider vanuit de rechtbank betrokken bij ‘Wijkrechtspraak op Zuid’.
Het project is gericht op kwetsbare Rotterdammers die vaak hulpverlening mijden en meestal niet op zitting verschijnen. Opstelten: ‘Voor deze groep is het belangrijk dat de rechtbank in de buurt en in een vertrouwde omgeving is. Dat kan ze net over de streep trekken.’ Een andere succesfactor van het project is het Multidisciplinair Overleg (MDO). In dat overleg praten onder andere reclassering, eventuele betrokken hulpverleners en Openbaar Ministerie én advocaten over de achterliggende problemen en de vraag of een zaak geschikt is voor de wijkrechtspraak. ‘Dat betekent dat er voor de zitting al veel over een verdachte bekend is.’
Multiproblematiek
Er wordt die middag uitgebreid stilgestaan bij wat je in het jargon van de hulpverlening ‘multiproblematiek’ noemt. W. was lange tijd dakloos, zonder werk of uitkering. Tijdens de behandeling komt ook zijn drugsgebruik ter sprake. Een echte beroepscrimineel is hij niet. Bij de diefstallen in de winkel van het benzinestation blijkt het de ene keer om (naar eigen zeggen) tien liter benzine te gaan, een volgende keer om een broodje en de laatste keer om een handdoek die hij schielijk teruglegde toen hij doorhad dat hij in de gaten werd gehouden.
Wat zwaarder weegt, is de diefstal uit het huis en de vernielingen. Hij probeert de rechter ervan te overtuigen dat hij zich op sleeptouw heeft laten nemen door een bekende die enkele uren eerder had ingebroken. In ruil voor een pakje shag zou hij helpen wat ijzer mee te nemen. ‘Ja, het was een stomme fout om daarvoor dat huis in te gaan natuurlijk’, geeft W. volmondig toe.
Tijdens het proces wordt duidelijk dat het beter gaat met W.: hij woont nu in een begeleidwonenproject. Bovendien heeft hij inmiddels een vast inkomen. Hij vertelt de reclassering dat hij serieus bezig is zijn leven op de rails te krijgen. In de periodes dat hij een woonplaats en een inkomen heeft, is hij nooit betrapt.
Uiteindelijk wordt er geen gevangenisstraf opgelegd. Rechter Saskia Hes laat daarbij het advies van de reclassering en hulpverlening zwaar wegen. Een gevangenisstraf kan betekenen dat hij zijn net verworven woning en inkomen verliest en weer op straat belandt. Hij krijgt wel een taakstraf en als hij nog eens in de fout gaat, moet hij zijn straf uitzitten. De rechter houdt W. voor dat hij er daarmee goed vanaf is gekomen.
Na afloop volgt meteen een in heldere taal geformuleerde uitspraak.
Leven gebeterd
Na de zitting is er nog tijd om de zaak na te bespreken. Rechter Hes zegt dat de kans inderdaad groot was geweest dat de zaak voor W. in een gewone rechtszaak heel anders was afgelopen. ‘Om te beginnen was al heel belangrijk dat hij inderdaad bij zijn zaak aanwezig was: bij een reguliere strafrechtzaak laten meer verdachten verstek gaan dan bij zittingen in de wijk. Nu kon hij zelf vertellen dat hij zijn leven had gebeterd.’ Officier van justitie Tessa Visser voegt daaraan toe dat de advocaten daar een belangrijke rol in spelen. ‘Daarom is het zo belangrijk dat ze bij het MDO zijn betrokken.’
Hes: ‘In deze zaak was het heel belangrijk dat er mensen van de reclassering aanwezig waren. Dat zie je in een gewone rechtszaak niet snel gebeuren. Je mag dan hopen dat er een reclasseringsrapport ligt. De reclassering kon nu meteen bevestigen dat hij inmiddels die woning en een vast inkomen heeft en dat meneer W. meewerkt.’ Hes vindt dat het werk dat ze hier doet nog het meest lijkt op haar ervaringen die ze als jeugdrechter opdeed. ‘Ook in de jeugdrechtspraak is er doorgaans meer tijd en meer aandacht voor de verdachte. Bij de wijkrechtspraak behandelen we op een middag vier zaken.’
Maatwerk
Wat zit er nu nog aan regels in de weg om in de rechtszaal maatwerk te kunnen leveren? Opstelten waarschuwt dat je niet te snel moet roepen dat er systemen en van bovenaf opgelegde regels in de weg zitten. Ze vertelt dat het in de drie jaar dat het project loopt vooral een kwestie was van samen met de verschillende partners ontdekken wat het beste werkt. ‘Daarvoor kan het nodig zijn samen de noodzakelijke werkprocessen door te nemen en te onderzoeken wat in de weg zit.’
Ze geeft een voorbeeld: ‘In het begin gingen we ervan uit dat de wijkteams zaken zouden aandragen, maar dat gebeurde niet. Die rol bleek daar niet te passen. Het zijn toch in de eerste plaats hulpverleners. Dat deel van het proces wordt daarom onder andere door de sociaal raadslieden overgenomen.’
Opstelten geeft nog een ander voorbeeld. ‘Al snel werd duidelijk hoe belangrijk de rol van de advocaat kan zijn. Een aantal loopt het vuur uit de sloffen om te zorgen dat hun cliënten ook echt op de zitting verschijnen. Ook kunnen ze hen ervan overtuigen dat het in hun belang is mee te werken met de reclassering en hulpverlening. We hebben kunnen regelen dat ze voor dat extra werk een vergoeding krijgen.’
Ze beschrijft een proces van permanent leren en ontwikkelen. Problemen worden opgelost als ze zich voordoen, waarbij steeds het perspectief van de doelgroep leidend is. Dat zal de komende jaren worden voortgezet. De aanpak is nu nog gericht op de bewoners uit vijf wijken. Er wordt hard aan gewerkt dat per dit jaar dit voor de bewoners van alle zestien wijken van Rotterdam-Zuid geldt. Opstelten: ‘Een van de vragen waar we dan tegenaan kunnen lopen is of je dan niet meer dan één locatie nodig hebt om het gevoel van nabijheid en vertrouwdheid te behouden. Of misschien moet je wel met pop-uplocaties werken. Maar we hebben geleerd dat je niet alles van tevoren moet willen vastleggen.’
Maar is er dan helemaal geen regel te bedenken die in de weg zit? Officier van justitie Visser vindt toch van wel. Een stap in de verkeerde richting is volgens haar het verbod op taakstraffen voor verschillende delicten. ‘Ik kom echt gevallen tegen waar, gezien de omstandigheden, een taakstraf passend zou zijn, maar waarbij het niet mag.’ Hes: ‘Dat maakt het veel moeilijker om maatwerk te leveren.’
Tijdens het proces wordt duidelijk dat het beter gaat met W.: hij woont nu in een begeleidwonenproject en heeft een vast inkomen.
Wijkrechtspraak: meer mogelijkheden voor hulpverlening
De wijkrechtspraak is geïnspireerd door de community courts in New York.
Tot vorig jaar komen alleen strafrechtszaken en leerplichtzaken voor op de zittingen. Vanaf januari 2024 worden er ook andere zaken behandeld, waaronder civielrechtelijke zaken, jeugdstrafrecht en bestuursrechtzittingen. Het kabinet ziet in de wijkrechtspraak een middel in de bestrijding van de ondermijnende criminaliteit, vooral om te voorkomen dat jongeren verleid worden door de drugscriminaliteit.
Dit artikel verscheen najaar 2023 in het Maatwerk Magazine van de City Deal Eenvoudig Maatwerk. In het magazine staan verschillende praktijkverhalen over het NPLV.