Positief verband tussen de sociaaleconomische status van bewoners en de leefbaarheid van een buurt

Er bestaat een sterk positief verband tussen de sociaaleconomische status van bewoners en de leefbaarheid van een buurt. Vooral de factoren ‘overlast en onveiligheid’, ‘sociale samenhang’ en ‘woningvoorraad’ hangen sterk samen met de sociaaleconomische status van een buurt. 

Dit zijn ook de factoren met de meeste invloed op een verslechtering of een verbetering van de leefbaarheid in een buurt waar de leefbaarheid (zeer) zwak was. Dat blijkt uit onderzoek van Atlas Research en In.Fact.Research in opdracht van het ministerie van BZK.  

“Vergeleken met 2014 is de sterke ongelijkheid in leefbaarheid in wijken niet gewijzigd; de scheidslijn tussen arme en rijke wijken in Nederland blijft”, constateert Jornt Mandemakers van Atlas Research. "Dat gaat om kansengelijkheid: mensen met een hogere sociaaleconomische status wonen in de meer leefbare buurten. Of ze die omgeving nu hebben ‘gekocht’ doordat ze rijker zijn of dat ze daar geboren zijn. Het blijft dus uitmaken in Nederland waar je wieg heeft gestaan.”

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

In een aantal gebieden in Nederland staan de leefbaarheid en veiligheid dus onder druk. Zowel landelijk als lokaal worden deze problemen aangepakt. Zo werken in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid 19 gemeenten, 5 ministeries, bewoners en lokale partners sinds 2022 samen aan een betere leefbaarheid en veiligheid in 20 kwetsbare gebieden. Rijk en gemeenten kunnen de uitkomsten van het onderzoek gebruiken bij het nader vormgeven van de gebiedsgerichte aanpak.

Een goed inzicht in de achtergronden helpt bij de lokale aanpak. Daarom hebben de onderzoekers drie thema’s die van invloed zijn op de leefbaarheid in gebieden verder onderzocht. Dit ter aanvulling op de tweejaarlijkse Leefbaarometer.nl. Deze geeft zicht op waar het goed of slecht is gesteld met de leefbaarheid. En ook hoe de leefbaarheid zich ontwikkelt in wijken, buurten en straten in Nederland.

De onderzoeksresultaten in het kort:

Stijgers en Dalers

Gemiddeld is in Nederland de factor ‘voorzieningen’ – zoals de afstand tot onderwijs, zorg, horeca en winkels – de belangrijkste motor voor verbetering van de leefbaarheid. Maar in een aantal kwetsbare buurten blijkt de factor ‘overlast en onveiligheid’ de belangrijkste reden voor een sterke verbetering of juist een (verdere) verslechtering van de leefbaarheid.

In de zeer kwetsbare buurten zijn het juist de ‘woningvoorraad’ en de ‘sociale samenhang’ die voor een sterke stijging van de leefbaarheid zorgen. Bewoners oordelen bijvoorbeeld positief over het onderhoud van de woningen of ze vinden het een gezellige buurt waar mensen elkaar helpen. Mogelijk is daar langs deze wegen de uitzonderlijke problematiek gericht en effectief aangepakt. 

Mandemakers: “Investeren in het aanpakken van overlast en onveiligheid in de meest kwetsbare buurten heeft waarschijnlijk meer effect op de leefbaarheid dan investeren in bijvoorbeeld het voorzieningenniveau. Dat is ergens ook logisch, want veel kwetsbare wijken zijn te vinden in steden waar het voorzieningenniveau hoog is.”

Leefbaarheid en sociale ongelijkheid

Buurten met een hogere sociaaleconomische status blijken over het algemeen beter leefbare buurten te zijn, en omgekeerd. Er zijn sterke positieve verbanden tussen de leefbaarheid en de sociaaleconomische status van een buurt. Dit verband lijkt sterker te zijn in de grote(re) steden dan in de kleine(re) gemeenten.

Een aantal dingen valt op. Kerkrade, Helmond, Tiel, Doesburg en Vlaardingen herbergen het grootste aandeel buurten waar zowel de leefbaarheid als de sociaaleconomische status laag is. Ook in de regio Rijnmond en metropoolregio Amsterdam is er sprake van een clustering van buurten waar problemen op verschillende leefgebieden zich opstapelen.

Uit de analyse blijkt dat er in deze buurten sprake is van relatief meer overlast en onveiligheid, een relatief slechtere woningvoorraad en minder sociale samenhang. In afwijking van de trend zijn er ook gemeenten met een relatief groot aandeel buurten die een lage sociaaleconomische status combineren met een hoge leefbaarheid, bijvoorbeeld Groningen en Leiden.

Ondermijnende criminaliteit en ervaren onveiligheid

De mate van ondermijnende criminaliteit hangt nauw samen met de ervaren onveiligheid van bewoners, blijkt uit het deelonderzoek Zicht op ondermijning. Vooral het aantal veroordeelden en verdachten, drugsdelicten, vermogensdelicten en hennepkwekerijen spelen hierin een grote rol. Dit gaat vooral op voor de meer stedelijke gemeenten. De positie van Heerlen en Kerkrade is daarbij opvallend als niet echt grote gemeenten.

In een aantal kleinere gemeenten die te maken hebben met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit – zoals Rucphen, Urk of Goes – gaat dit verband niet op en werkt dit niet of nauwelijks door in de ervaren veiligheid van bewoners. Mogelijk speelt de grote mate van sociale samenhang hierin een rol. Ook is criminaliteit in het landelijk gebied waarschijnlijk minder zichtbaar dan in de meer stedelijke, dichtbebouwde gemeenten.

“Het gevoel van veiligheid is altijd een lastige”, vertelt Mandemakers. “Het kan zijn dat harde indicatoren aangeven dat de veiligheid in een gebied verbeterd is, terwijl inwoners zich minder veilig voelen. Bijvoorbeeld in vergrijsde gebieden kan één geweldsincident grote gevolgen hebben voor het gevoel van veiligheid. En soms is één incident juist een teken van een sterke groei van ondermijnende activiteiten in een wijk. Dan is een incident mogelijk te vergelijken met een paddenstoel die boven de grond popt uit een ondergrondse snel vertakkende schimmel.”

Samenhang

De verdiepende analyses in het onderzoek geven inzicht in de samenhang tussen gevonden relaties, maar dat wil niet zeggen dat het een door het ander wordt veroorzaakt. Het rapport geeft handvatten om lokaal verder onderzoek te doen en beleid te ontwikkelen en te evalueren. Hoe de situatie ter plaatse écht is, vraagt altijd nader onderzoek. In het najaar van 2023 wordt de Leefbaarometer 2022 gepubliceerd.

Lees het volledige rapport hier.